Proza in plaats van Prozac

Schrijver in huis

Enig de dood

11/24/2017

0 Reacties

 
-
Stuk liedje 1:
Jij bent zonlicht
Dat mij laat groeien
Jij bent water
Ik ben de zee
Jij bent alles wat ik wou
Er is niemand waar ik meer van hou
Wat er ook mag gebeuren
Mijn hart blijft altijd van jou
 
Een dag zonder jou zijn verloren uren
Een dag zonder jou lijkt wel een jaar te duren
Een dag zonder jou is zonder zonneschijn
Een dag zonder jou wil ik niet meer zijn
 
Lalalaaalaaa
Laalaaaaaaaa
Lalalaaaaaaa
Lalaaaaaaaa
 
Stuk liedje 2:
En wat doe jij de rest van mijn leven?
Ga met me mee en pluk de dag
En leef je leven met een lach
En wat doe jij de rest van mijn leven?
Ik ben het allerliefst met jou
Omdat ik heel veel van je hou
 
-
Ik dacht Ada is er niet bij het sjoelen, dus ik naar de zevende verdieping, haar halen, deed ze de deur niet open, toen gingen we haar bellen, nam ze niet op.
Dus ik dacht die is dood.
Ze is gewoon dood gegaan.
En ik ging er vrij luchtig mee om, zoals mensen dat hier ook doen.
Ik dacht de dood is er ook (al was ik wel bang voor de nacht, ik weet niet waarom maar ik was erg bang om alleen te zijn die nacht. Maar overleefd, geen paniek).
’s Ochtends ben ik toch maar weer naar boven gegaan.
En toen deed ze gelukkig open.
‘Kom, kom binnen! Gister had ik zo’n leuke avond! Ik heb lichtjes gekeken in de rolstoel en daarna kregen we twee gratis consumpties! Ik slaap nooit van wijn, nee, van wijn ken ik niet slapen, maar ik sliep als een roos, kwam door al die lichtjes!’
(Er is een lichtroute in Eindhoven.)
 
-
Ik had een jurk mee om te strijken bij haar.
Zij zat op de bank en ik streek mijn jurk en zij praatte honderduit over die lichtjes. Toen kreeg ik nog zes kussenslopen van haar, of ik die ook wilde strijken, want dan mochten die om haar kussens. Want ja, deze witte slopen van nu zijn niet voor de winter.
‘Ziet er meteen anders uit he? Prachtig, prachtig.’
‘Ja, heel mooi.’ 
 
-
Misschien erg, maar ik luister negen van de tien keer niet meer naar hun verhalen.
(Ben ik dan eindelijk immuun?)
Alsof ze praten zoals gedachten ook kunnen gaan:
Herhalingen-
Afbrekingen-
Haperingen-
En weer opnieuw-
Of juist ineens op iets anders overspringen zonder aanleiding-
 
-
‘Mensen mogen foto’s van me maken, maar ik zeg altijd niet op Het Facebook. Absoluut niet op Het Facebook. Mensen mogen niet alles weten, maar wel alles eten.’
Oké Ada die houden we erin: niet alles weten wel alles eten.
 
-
Ze heeft er nog een, wanneer ze opstaat en dat moeizaam gaat (Sinds die val is ze echt oud): ‘Zo stroef en stijf, net een oud wijf.’
 
-
‘Vind u het leuk hier?’
‘Ach, het houd me van de straat.’
 
-
Bij de lunch: EINDELIJK EEN HOMOSTEL ONTMOET.
Ik dacht: waar in godsnaam, waar zijn alle homo’s en lesbiennes? Of hoe je het noemen wilt, in ieder geval: is iedereen hier hetero?
Maar de man in kwestie zei (toen hij vertelde dat zijn partner die tegenover hem zat die mij al opviel eerder deze weken maar ja, wat moet je zeggen he? Dat dat zijn partner was), dat hij nog nooit nare reacties had gehoord ondanks dat vijftig jaar geleden (ZE ZIJN VIJFTIG JAAR SAMEN?!) “een hele andere tijd was”. lalalaa whatever allemaal, toen zei ik: ‘Jeeeeeej ik dacht dat hier geen homo’s waren. En waar zijn de vrouwenstellen?’
Nou dat wist hij ook niet.
Toen gingen we het hebben over de islam.
Ik weet niet waarom maar dat kwam ter sprake terwijl we een tosti aten die rechtstreeks uit de vriezer komt.
 
-
Er wordt ook geroddeld-
Veel zelfs-
Maar daar meng ik me niet in, ik vind dat mega kinderachtig dus ik ga er niet op in en ik zal er hier ook niets over schrijven.
 
-
Er is een vrouw met blauwe wenkbrauwen (heb ik dat al verteld?) Nou goed, ik wil door haar geaaid worden. Ik wil haar in mijn kamer. Haar stemgeluid, haar lach, haar verschijning, zij moet met mij mee naar huis en niet, niet, niet doodgaan.
 
-
Bij iedere ontmoeting hier denk ik: ja, jij gaat ook dood.
Bij iedere ontmoeting buiten huis denk ik: ja, en jij gaat ook dood.
Bij iedere voorbijganger denk ik: jij gaat dood, jij, jij, jij ja en jij meneer met je extreem grote witte kool, jij gaat ook dood.
Hoi man in de supermarkt, ik zou maar drie netten mandarijnen kopen, of nee, koop er geen want u gaat dood.
En u mevrouw de zwerver, ik zou maar stoppen met bedelen want u gaat dood. Hey hoi mevrouw met je drie kinderen, wist u dat u ook dood gaat?
En je kinderen, ja sorry, maar die gaan ook dood.
Bij iedere mail die ik krijg van bekenden maar ook van onbekenden die zichzelf voorstellen in het begin van de mail-
Ja, stop maar-
Je gaat dood.
Als iemand me sms’t: dood.
Wanneer ik bel met deze of gene: dood.
Ik loop dood.
 
 
Stuk liedje 3:
Dood zullen we gaan
Dood gaan we allemaal
Tot ziens tot ziens
De dood zit overal
lalalaaaaa
(zelf bedacht)

0 Reacties



Laat een antwoord achter.

    Over Schrijver in huis

    Op uitnodiging van Wintertuin (onderdeel van De Nieuwe Oost) wonen en werken jonge schrijvers zes weken lang in een appartement van Vitalis WoonZorg Groep in Eindhoven. Hier doen de schrijvers  verslag van hun verblijf en van hun onderzoek.

    Auteur

    ​Sytske van Koeveringe (1988) studeerde af aan de opleiding Beeld & Taal aan de Gerrit Rietveld Academie. Sytskes debuutroman Het is maandag vandaag verscheen in mei 2017 bij De Bezige Bij. Tijdens haar verblijf bij Vitalis onderzoekt Sytske de tijdsbeleving in en buiten het huis, geïnspireerd op de bewoners. 

    Foto
    Foto:  Keke Keukelaar

    Archief Sytske

    December 2017
    November 2017
    Oktober 2017

    Categorieën

    Alles

    Click here to edit.

    RSS-feed

Aangestuurd door Maak uw eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.