-
Ada slaat de krant open op de overlijdensadvertenties: ‘Kan ik zien wie er dood is.’ Een soort Facebook-, of instagramberichten scannen maar dan voor de doden. - ‘Als jij in negentienzeventwintig geboren bent dan heb je de tweede wereldoorlog meegemaakt.’ ‘Ja, dat weet ik me nog goed te herinneren.’ En ik denk, yes! Nu gaat het beginnen, ik ken niemand die mij daarover kan vertellen, ik ken het alleen van films en van boeken. En verhalen via via. Maar nog nooit zo, dit: een echt persoon. Maar in plaats dat dit een hele lange middag wordt met grote lugubere verhalen zegt ze dat ze een armbandje in die tijd is kwijtgeraakt: ‘Je weet wel, zo een met dubbeltjes dat was toen in de mode.’ - ‘Heb je een jongetje?’ ‘Een kleine?’ vraag ik: ‘Of een grote?’ ‘Ja, een kleine of een grote.’ ‘Nee, niets van beiden.’ ‘Echt niet?’ Ik lach, Ada lacht. ‘Doe je wel eens dingen stiekem?’ ‘Ja, natuurlijk,’ zeg ik. Ze geeft me een duw tegen mijn schouder. ‘Nu nog?’ ‘Nu nog ja, jij dan?’ vraag ik. Ada ook, en ze vertelt weer over dat ze vroeger stond te vrijen met een jongen. - ‘Had je wel een jongen?’ ‘Ja die had ik wel, maar dat is uit.’ ‘Natuurlijk is het uit, jij bent de hele tijd weg.’ ‘Maar wat nou als ik het heb uitgemaakt?’ ‘Oeeeeehhhh, hoezo? Had je geen zin meer?’ ‘Laten we het daarop houden.’ ‘Nu kan je wel gaan en staan waar je wilt.’ ‘Precies.’ En weer een duw. - ‘Wat schrijf je nu? Dat je een gekke vrouw in hebt ontmoet?’ ‘Ja, en een bemoeial.’ ‘Bemoeial ik? Ik ben toch niet een bemoeial? Dan ben jij dat ook.’ ‘Oké, laten we het nieuwsgierig noemen.’ ‘Jij bent ook nieuwsgierig, jij wilt alles weten.’ ‘Oké, oké oké, ik schrijf dit niet op.’ - ‘Wat zit er in je tas? Iets lekkers?’ ‘Nee, boeken.’ - ‘Doe je wel eens boodschappen bij de Albert Heijn?’ ‘Ja, soms.’ ‘Krijg je dan ook zegeltjes?’ ‘Soms, maar die hoef ik niet.’ Ada geeft me een duw: ‘Je moet voortaan zeggen dat je ze spaart en dan geef je ze aan mij.’ Duidelijk. - Een man zijn telefoon gaat af: ‘Ja, hallo? Waar ben jij?’ Ada: ‘Thuis.’ De man: ‘Ik zit bij Andre Rieu.’ Ada: ‘Hij zit tussen de vrouwtjes!’ - ‘Heb je een foto van je vrienden?’ ‘Nee. Hoezo?’ ‘Gewoon.’
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
Over Schrijver in huisOp uitnodiging van Wintertuin (onderdeel van De Nieuwe Oost) wonen en werken jonge schrijvers zes weken lang in een appartement van Vitalis WoonZorg Groep in Eindhoven. Hier doen de schrijvers verslag van hun verblijf en van hun onderzoek. AuteurSytske van Koeveringe (1988) studeerde af aan de opleiding Beeld & Taal aan de Gerrit Rietveld Academie. Sytskes debuutroman Het is maandag vandaag verscheen in mei 2017 bij De Bezige Bij. Tijdens haar verblijf bij Vitalis onderzoekt Sytske de tijdsbeleving in en buiten het huis, geïnspireerd op de bewoners. Foto: Keke Keukelaar
Archief Sytske
December 2017
CategorieënClick here to edit.
|