-
En weer een week verder- En na een essay over verveling te hebben geschreven, en wat dat al dan niet met mij doet, ben ik erachter gekomen dat ik deze weken vrij onverschillig (of noem het vlak) in het leven sta (echt over alles). Ik weet dat het leven in uitersten vermoeiend kan zijn. Maar zo’n vlakte die ik nu ervaar is nog erger dan vermoeiend. Dus ik ben aan het aftellen tot ik naar huis kan en dan mijn extreem hoge pieken en gigantische diepe dalen weer mag ervaren en lekker in Amsterdam mag zijn, ik heb er miljoen zin in. - Iemand op het Wintertuinfestival vroeg me op de dansvloer wat er dan wel leuk was aan het verblijf hier. En toen wist ik niets te bedenken, maar ik voel me er schuldig over, omdat er echt wel leuke dingen zijn. En ik hier het ook wel naar mijn zin heb. Dus nu heb ik een lijst, alle leuke dingen hier zijn:
- ‘Nu moet ik koffie rondbrengen, en vanaf elf verkoop ik kerstkaarten, ik word hier ingezet als joker.’ - Ik had bedacht dat ik mijn vriendschap met Ada ging verbreken. Omdat ik me ergerde aan haar herhaling. Ik dacht op den duur weet ze toch niet meer wat wij hadden, dus waarom zou ik nog vrienden met haar zijn? Waarom zou ik haar nog aandacht geven? Echt onaardig eigenlijk, én egoïstisch ook. Toen was ik op het Wintertuinfestival en toen zei een vrouw dat wanneer mensen vergeetachtig worden je dat juist niet moet benoemen. Dat je juist moet doen alsof het ook voor jou nieuw is wat ze vertellen, en dat je ze moet aanraken, echt contact moet blijven houden, met oogcontact en dus aanraken. Dat aanraken laat ik maar even achterwege maar toen ik Ada zag en zij voor de derde keer vertelde dat ze verkouden was paste ik het trucje toe, en nou, het helpt wel. Zij vertelt gewoon voor de vijfde keer dat ze verkouden is en ik zeg voor de vijfde keer: 'Heh bah, al dat snot overal.' En dan ben ik mijn eigen irritatie de baas en heeft Ada weer aanspraak over haar leven hier. - Ada vroeg waar ik de hele week was omdat ik een week niet beneden ben geweest. ‘Ik dook onder.’ ‘Voor wie?’ ‘Voor wie niet?’ ‘Ach man, zo eenzaam hoef je toch niet nu al te zijn?’ - Ik ervaar ook eenzaamheid maar kan dat niet goed omschrijven, alleen dat ik het soms voel in mijn onderbuik. Dat komt nog, dat ik dat zal omschrijven ik weet alleen dat het veel dieper gaat dan: ‘Ik voel me wel eens eenzaam.’ - ‘Ik ben verkouden, sinds gister.’ ‘O? Echt? Wat vervelend, als je maar genoeg vitaminen eet.’ Dus.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
Over Schrijver in huisOp uitnodiging van Wintertuin (onderdeel van De Nieuwe Oost) wonen en werken jonge schrijvers zes weken lang in een appartement van Vitalis WoonZorg Groep in Eindhoven. Hier doen de schrijvers verslag van hun verblijf en van hun onderzoek. AuteurSytske van Koeveringe (1988) studeerde af aan de opleiding Beeld & Taal aan de Gerrit Rietveld Academie. Sytskes debuutroman Het is maandag vandaag verscheen in mei 2017 bij De Bezige Bij. Tijdens haar verblijf bij Vitalis onderzoekt Sytske de tijdsbeleving in en buiten het huis, geïnspireerd op de bewoners. Foto: Keke Keukelaar
Archief Sytske
December 2017
CategorieënClick here to edit.
|